Archieven: Boekreviews

Het Zoutpad

Ik word vaak een beetje rebels van bestsellers en boekenprijzen. Denk dan al snel ‘ik lees wel iets dat niet iedereen briljant vindt’. Het feit dat Het Zoutpad van Raynor Winn in 2018 tot Sunday Times bestseller was uitgeroepen, deed me dan ook vrij weinig. 

Wat me wel aantrok, was het feit dat Winn in het boek haar tocht langs het South West Coast Path beschrijft. Een wandelpad waarvan ik de # al jaren op Instagram volg, omdat ik steeds opnieuw versteld sta van de schitterende plekken die de Zuid-Engelse kust biedt. Reden genoeg om in Het Zoutpad te beginnen.

In het boek beschrijft Winn hoe zij en haar man Moth binnen een paar dagen veel kwijt raken: ze verliezen hun huis door een langdurig financieel conflict en Moth blijkt een ernstige en impactvolle ziekte te hebben. Vanaf de bodem van deze put besluiten ze om op pad te gaan: de kaart met de route van het SWCP lijkt op dat moment het meeste richting te geven voor hun leven. Met slechtzittende rugzakken, te dunne slaapzakken en de gids van Paddy Dillon beginnen ze aan het South West Coast Path. Een tocht van 1014 kilometer dwars door twee Werelderfgoederen en diverse nationaal parken heen, die zij niet zoals geadviseerd tegen de klok inlopen (van de hoge klippen in Somerset tot aan de zandstranden bij Dorset), maar andersom, tegen de wind in. 

En dat ‘tegen de wind in’ beschrijft hun tocht misschien nog wel het beste: met nauwelijks geld en een chronische ziekte komen deze twee dakloze vijftigers van alles tegen. Soms zijn er fijne tegenliggers die een helpende hand bieden, vaker zijn er mensen die met angst in de ogen een wijde boog om het stel heen maken. Soms zijn er verrassende ontmoetingen (mensen die denken dat Moth een bekend dichter is), soms pijnlijk veranderende vriendschappen. En steeds als ze denken dat de wind is gaan liggen, gebeurt er iets dat hun veerkracht steeds groter maakt. 

Een prima boekske, zeker als je van dit soort reisbeschrijvingen (zowel door het landschap als door een mensenleven) houdt. Inspirerend hoe Winn en haar man de regie over hun leven wisten te herpakken door los te laten en te kiezen voor vrijheid en vertrouwen. Een enkele keer vond ik de beschrijvingen van het wonderwoeste landschap wat matig. Ook vond ik Winn wat wisselend in de beschrijvingen van haar mentale proces: naarmate het boek vorderde vond ik de beschrijvingen krachtiger en verbeeldender worden. Hoe dan ook een lezenswaardig boek, ondanks dat het een bestseller is ;-). 

PS. Op 9 januari zond het televisieprogramma ‘Jacobine op 1’ een interview met Winn uit dat over dit en het opvolgende boek gaat. Grappig om te zien en te horen hoe het dag-in-dag-uit achter elkaar lopen verslavend is geworden en het stel er nog steeds bij tijd en wijle op uit trekt. 

PS2. Het boek wordt verfilmd, ook leuk!

Écht ondernemen

Ik zal eerlijk zijn. Ik ‘ken’ Charlotte Meindersma alleen van Twitter en soms roepen haar tweets ergernis bij me op. Omdat ze wel heel duidelijk overkomt en voor mij een enkele keer wat te kort door de bocht lijkt te zijn. En precies dat, dat recht door zee en ‘cut the crap,’ is wat mij in Écht ondernemen aantrok.

Écht ondernemen is Meindersma’s vijfde boek. Voor wie haar niet kent: ze is ondernemer, jurist (gespecialiseerd in informatierecht) en eigenlijk ook marketeer. Ze is, zoals ze zelf zegt, ‘een disruptor en pionier in de juridische wereld, die ondernemers met juridische oplossingen en praktisch advies om succesvol te ondernemen helpt. Ze is trainer bij Frankwatching en verschijnt regelmatig in landelijke media’.

Vage shizzle
Na eerdere boeken (twee edities van ‘Wetboek voor Bloggers’, het ‘Wetboek voor Webwinkels’ en ‘#contentrecht’) schreef Meindersma nu Écht ondernemen. Met dit boek belooft Meindersma je mee te nemen in hoe je écht, zonder poespas, zonder gedoe of vage shizzle, onderneemt. Het is dan ook niet het zoveelste boek dat je met een standaardaanpak de snelste route tot succes belooft. Wel een boek dat je in vijftien hoofdstukken laat nadenken over hoe jij wiltkunt en mag ondernemen.

Interviews
Dit doet ze door onder andere een twaalftal interviews op te nemen. Interviews met zelfstandig ondernemers die inmiddels hun sporen hebben verdiend. Wat ik prettig aan de (uitgeschreven en deels ook middels video opnames terug te kijken) interviews vond, is dat je de vragen uit de interviews ook ter reflectie aan jezelf kunt stellen (‘Wat is voor jou een dieptepunt geweest in het ondernemen?’, ‘Wat kunnen andere ondernemers van jou leren?’). Daarnaast zijn de motivaties om te ondernemen zo verschillend als de branches waarbinnen de bevraagde ondernemers ondernemen, wat een prettig breed beeld schept.

Nah-mwah-ja!
Meindersma combineert de interviews met een uitgebreide uitleg van diverse juridische onderwerpen (bijvoorbeeld rechtsvormen, naamgeving en factureren) en een aantal specifieke onderwerpen op gebied van ondernemen (zoals falen, succes bepalen en groeistrategie). Daar komen behulpzame schema’s en modellen aan te pas. Om er zomaar eentje te noemen die ik voortaan vaker ga gebruiken: de schaal van nah-mwah-ja!, inclusief de 3 P’s (poen, plezier en prestige).

Goed regelen
Al met al is Écht ondernemen een boek dat je als ondernemer zeker wil lezen. Het maakt daarbij niet uit of je nog gaat beginnen of al (lang geleden) bent begonnen. Zo ben ik zelf vijf jaar geleden een eensmanszaak begonnen. Door bepaalde hoofdstukken ging ik wat sneller heen, bij andere hoofdstukken heb ik een paar aantekeningen gemaakt van zaken die ik nog even moet checken (of e-i-n-d-e-l-i-j-k eens goed moet regelen).

Duidelijke boodschap
Ook maakt het niet uit of je alleen werkt, samen met anderen of een team hebt: Meindersma schrijft niets voor met haar boek. Ze laat wel merken hoe zij persoonlijk over zaken denkt en hoe zij haar eigen onderneming vorm heeft gegeven. Dit, samen met de interviews, schept een breed spectrum aan mogelijkheden voor ondernemers, met als duidelijke boodschap: er is niet één manier om te ondernemen, doe het zoals voor jou klopt binnen de wettelijke kaders die er zijn.

Walking the talk
Wat mij betreft is Meindersma met dit boek walking the talk: ze beschrijft op aantrekkelijke wijze helder de mogelijkheden en doet waar ze goed in is: Recht door zee zijn en daar jou als ondernemer in meenemen. (Dat begint overigens al bij de copyright disclaimer: op lichtvoetige wijze even heel duidelijk maken dat je het niet in je hoofd moet halen om zomaar teksten uit het boek over te nemen zonder vooraf toestemming te vragen.)

Kortom: het lezen waard!


Dit boek kopen?
Dat kan via je lokale boekhandel, via Charlotteslaw.nl en bij Managementboek.nl via deze affiliate link.

Mindfulness in het veld van aandacht

Jolien Posthumus is een collega mindfulnesstrainer die ik zeer waardeer in haar werk. Met oprechte aandacht weet ze met haar organisatie Bundelt mindfulnesstrainingen en events in de culturele sector te verweven. Toen in 2020 haar boek ‘Mindfulness in het veld van aandacht’ uitkwam, wist ik dan ook niet hoe snel ik het moest aanschaffen.

‘Mindfulness in het veld van aandacht’ is een klein, vierkant en neutraal ogend boekje. Posthumus wisselt korte songteksten, quotes en gedichten af met heldere zinnen die ingericht zijn rondom de negen houdingskwaliteiten. (De grondlegger van het mindfulnessprogramma zoals we dat in het Westen kennen en gebruiken, Jon Kabat-Zinn, heeft houdingskwaliteiten benoemd die je ondersteunen in het met bewuste aandacht leven. Denk daarbij aan bijvoorbeeld geduld, loslaten en niet-oordelen.)

Per houdingskwaliteit zorgt Posthumus er voor dat je even stil staat bij die specifieke kwaliteit, door je te helpen herinneren aan waar die kwaliteit ook al weer voor staat, of door met een korte tekst je aandacht naar die kwaliteit te brengen. 

Een fijn en helder boekje. In mijn ogen geschikt voor iedereen die in aanraking is geweest met mindfulness (bijvoorbeeld een 8-weekse MBSR of MBCT heeft gevolgd) en het fijn vindt om af en toe weer even een bemoedigend zetje te krijgen om met wat meer aandacht te leven. Posthumus gebruikt het boekje zelf om mee te geven aan haar deelnemers na een training of retraite, als kleine herinnering ‘dat je op moment opnieuw kunt starten met mindfulness’. 

Kortom: een helder boekje dat je helpt om dat wat je in een mindfulnesstraining leerde te herinneren. 

En dan nog even dit, juist bij dit boekje. 
Een van de houdingskwaliteiten is ‘niet oordelen’. Ik sta vaak stil bij ‘niet oordelen’, zeker als ik recensies schrijf voor Booklounge. Ik deed het helemaal bij dit specifieke boekje. Want hoe verhoudt ‘niet oordelen’ zich tot het schrijven van een review over een boek?
Niet oordelen betekent niet, zoals de deelnemers aan mijn mindfulnesstrainingen vaak vragen, dat je nergens meer iets van mag vinden. Het betekent wel dat het je kan helpen om je er bewust van te zijn als je ergens een oordeel over velt. En meer nog: dat dat oordeel niet altijd (misschien zelfs altijd niet) waar is: meestal is het een filtertje, overtuiging, mening of zienswijze die je er over heen knalt. Zo ook bij boekrecencies: neem ze niet te serieus, het is slechts een mening. Mijn mening in dit geval. Ook al is deze in dit geval positief 😊.

Level 3 Sales

OPRECHTE SALES: KAN DAT DAN?

Sales. Voor sommige van ons (oké, voor mij dus) een beetje een viezig woord. Want riekt sales niet gewoon naar trucjes om maar meer te krijgen: meer klanten, meer omzet en meer winst? Met Level 3 Sales laat Wessel Berkman echter zien dat het ook anders kan: oprechter, enthousiaster en meer in gezamenlijkheid.

Ik heb niet per se verstand van sales. Of het nu gaat om de ‘kleine’ vorm (als ZZP-er met precisie en strategie die ene opdracht binnenslepen) of om de ‘grote’ vorm (een multinational waar miljoenendeals de dagelijkse gang van zaken zijn): vaak heb ik het idee dat ik nog net niet helemaal snap waar sales nou precies over gaat.

Wessel Berkman heeft er wel verstand van. Hij is commercieel expert en houdt mensen graag scherp als het gaat om ondernemen. Hij heeft zijn kennis en kunde opgedaan als oprichter en eigenaar van De Commerciële Revolutie, The Social Selling Company, Charly Green en The Brown Paper Company (deze laatste verkocht hij in 2017). Er staan naast diverse netwerken en ventures ook een aantal boeken op zijn naam: ‘De commerciële revolutie’, ‘De kracht van social selling’ en ‘Management zoals het bedoeld is’ zijn er een paar van. De rode draad in alles wat hij doet, zegt en schrijft is ‘het verschil maken in sales, marketing en leiderschap’.

Aan Berkmans verzameling boeken, is nu ook ‘Level 3 Sales’ toegevoegd. Als nitwit in het serieuze verkopen was dit boek er absoluut eentje waar ik mijn handen op wilde leggen. 

NIEUWE COMMERCIËLE STANDAARD

Het boek belooft een nieuwe commerciële standaard te zijn waarmee je als bedrijf on- en offline de ambities van je klanten kunt overtreffen. Zoals Berkman zelf schrijft: ‘De tijd van productpush of een beetje cross en upsell in modern marketingjasje is voorbij. De nieuwe standaard in sales en marketing: ieder contact vormt het leukste moment van de week.’ Nodig, om dat de wereld van omzet genereren behoorlijk complex is geworden. Technische ontwikkelingen en klantvragen zijn niet altijd meer te overzien, en de hoeveelheid kanalen om je boodschap over te brengen is enorm. 

Het boek beschrijft het pad langs welke je de commerciële filosofie en routine voor je bedrijf kunt ontwikkelen. Om uiteindelijk de grootste persoonlijke droom van de klant te kunnen overtreffen. 

Het boek gaat over Unique Buying Reasons (UBR’s) in plaats van Unique Selling Points (USP’s) en over het verschil maken op andere gebieden dan de prijs. Het gaat over contact maken met je klanten, dat verder gaat dan af en toe een tevredenheidsonderzoekje aanbieden, en over klantsuccesportfolio’s. Over netwerken, on- en offline, en hoe die in te zetten zijn. Over soorten vragen en relatiegeschenken die écht het verschil maken. Het gaat over datgene doen (en laten), dat zorgt dat je sales bedrijft op Level 3: het niveau waar klanten leden van je vaste fanclub zijn en je met alle leden van die club een betekenisvolle relatie hebt.

Daarmee is het een compleet boek. Van fijne nadenkers (‘Wat zou het je opleveren als je de persoonlijke- en zakelijke bucketlist van je klant zou kennen?’) en goede voorbeelden (‘welke klanten heb je als winkel die hardloopproducten verkoopt, welke dromen hebben deze klanten en wat betekent dat voor jouw aanbod?’), tot besturingsmodellen die bij een Level 3 organisatie passen en een checklist voor energiemanagement van de medewerkers van zo’n organisatie. 

Wat ik mooi vond aan het boek is dat het oprecht over komt. Voor mij klinkt sales vaak als een trucje om meer klanten en dus meer geld binnen te hengelen. Dat vormt ongetwijfeld ook de basis van deze methode, maar ik houd er een integere nasmaak aan over. 

VOOR WIE?

Goed, fijn dat ik als commerciële naïeveling Level 3 Sales een prettig lees- en bruikbaar boek vind en zeker aan de slag ga met bepaalde punten uit het boek. Betekent dat, dat het niets is voor mensen die er wel verstand van hebben? Het tegenovergestelde is waar, al is het alleen maar omdat diverse CEO’s en bestuurders van grote bedrijven de methode onderschrijven. 

Berkman schrijft dat het boek voor iedereen is – ongeacht rol of functie – die zijn of haar organisatie het meest onderscheidend wil maken. Wat mij betreft breidt hij dat uit: niet alleen de rol of functie maakt niet uit, ook het soort bedrijf niet. Ik werk veel voor het publieke domein en kwam tal van zaken tegen die meer dan prima in onderwijs of zorg te gebruiken zijn. 

En ja, Level 3 Sales beschrijft nog steeds hoe je klant- en medewerkerstevredenheid vergroot, het onderscheidend vermogen van de organisatie verbetert, hét verschil maakt en meer omzet met hogere marge genereert. Maar het niveau ‘verkooptrucjes’ is het wat mij betref ver ontstegen: er sprak voor mij veel oprechtheid en enthousiasme uit het boek. Het viezige filtertje dat sales voor mij had, is er door Berkmans boek af gespoeld.

Dit boek kopen? Dat kan via je lokale boekhandel, en ook bij Managementboek.nl via deze affiliate link.

Zo kan het dus ook

Naast fervent lettervreter, ben ik ook registermediator. Ik bemiddel bij conflicten, bijvoorbeeld bij conflicten die opspelen bij echtscheidingen. Ook boeken over dat onderwerp komen dus voorbij in mijn ‘to read’ stapel. Dit maal ging het om ‘Zo kan het dus ook’ van Lykele Muus. 

Muus is vader van een zevenjarige dochter. Hij woont niet meer samen met de moeder van het meisje, samen zijn zij co-ouders. Over ‘de uitdagingen en geneugten van het alleenstaand ouderschap’ die hij sinds hun scheiding ervaart, schreef Muus ‘Zo kan het dus ook’. 

Muus breekt met zijn boek een lans voor co-ouderschap, dat hij als gezinsvorm ziet waar eigenlijk nog te weinig over bekend is. Hij stelt deze gezinsvorm nog net niet boven de traditionele gezinsvorm (gelukkig getrouwd met alles en iedereen in één huis), maar veel scheelt het niet. In de vorm van co-ouderschap, ervaart hij zelf dat hij een betere vader kan zijn op de dagen dat zijn dochter bij hem is, omdat hij in de dagen dat zij niet bij hem is, zijn volle aandacht kan geven aan zijn werk en sociale leven. 
Wat ik hierin als krachtig heb ervaren, is dat hij door het hele boek heen benadrukt dat er geen sprake hoeft te zijn van falen als je uit elkaar gaat. Er is pas sprake van falen als je kind(eren) last hebben van een scheiding. Op een hele integere manier haalt Muus de mogelijke druk van relaties af: je hóeft niet bij elkaar te blijven tot de dood jullie scheidt. Je kunt ook zien dat jouw relatie in de huidige vorm eindig is, en er een andere vorm aan geven die meer recht doet aan iedereen die daarbij betrokken is. 

Verder is het, door de persoonlijke ervaringen van Muus en andere ouders, ook een praktisch boek. Muus neemt je als lezer mee op hoe je het je jonge kind verteld dat je uit elkaar gaat, hoe je omgaat met weekschema’s en wisseldagen, vakanties, feestjes en nieuwe liefdes. 

Waar ik wat moeite mee had, was dat alle ouders die (deels) alleen voor hun kind zorgen, op een hoop werden gegooid. Terwijl er in mijn beleving verschil zit tussen samen met een ander co-ouderen en er volledig alleen voor staan (omdat de andere ouder bijvoorbeeld is overleden). In mijn ogen ben je als co-ouder geen single ouder omdat je juist altijd sámen ouders ben en blijft over jullie kinderen. 

De intentie van waaruit het boek is geschreven (Muus belooft zijn dochter bij haar geboorte om de beste vader ooit te zijn) komt echter zo recht uit het hart dat het mijn bedenking bij het boek wegvaagt. De achterflap van het boek stelt dat het ‘een openhartig en inspirerend boek over alleenstaand ouderschap’ is. Dat kan ik zeker beamen: Muus schrijft veel over voorvallen en voorbeelden uit zijn eigen ervaringen. Ook andere ouders delen middels de interviews in het boek hun ervaringen, als gescheiden ouder of als ouder van wie de partner is overleden. Daarnaast kan ik me goed voorstellen dat het boek een goede steun kan zijn voor ouders van jonge kinderen, die stoppen met elkaars partners zijn, maar het belangrijk vinden om als ouders op goede voet samen verder te gaan. In die zin zeker inspirerend voor ouders die tijdens of na een scheiding nog even een extra zetje richting liefdevol en stabiel ouderschap kunnen gebruiken. 

Al met al prima leesvoer, een 7 op de schaal van Booklounge.

Gehavend

Het was vast nog niet opgevallen, maar ik lees graag. Je maakt mij erg blij met een boek waar ik vervolgens ook nog iets van mag vinden. Wat een feestje was het dan ook om Gehavend van Hentje Metz per post te krijgen. Mooi en zorgvuldig ingepakt. Houd ik van. 

Het boek Gehavend gaat over iets veel heftigers: over het gehavende lijf, de mentale deuk en het haakje in de ziel, die vrouwen oplopen in hun proces met borstkanker. Gehavend heeft als ondertitel ‘Thuis komen in jezelf bij borstkanker’. 

Metz, systemisch coach en therapeut, begeleidt sinds 2013 vrouwen die borstkanker hebben. Met persoonlijke begeleiding ondersteunt Metz hen met inzicht krijgen in het ziekteproces waarbij de onvoorspelbaarheid van kanker, (zelf)vertrouwen, overgave en loslaten een grote rol krijgen. 

In het boek beschrijft hoe Metz hoe je met de ©TO BE methode het proces van borstkanker hebben aan kunt gaan. De vijf stappen van de methode worden in vijf hoofdstukken beschreven, waarbij per hoofdstuk waargebeurde verhalen en oefeningen zijn opgenomen. Vooral de verhalen raken: vrouwen die vertellen over hoe het is om zo’n beschadigd lichaam te hebben, een zichtbare wond die vele als aantasting van hun vrouwelijkheid ervaren. Vrouwen die vertellen over hoe het is om letterlijk ten dode opschreven te zijn – waarbij er dan soms plotsklaps iets veranderd en hun levensverwachting wordt bijgesteld. Metz schrijft op een prettige manier en nodigt je constant uit tot zelfreflectie. Soms voor mijn doen een tikkeltje te hoog over op spiritueel vlak, maar zoals altijd met boek: je neemt mee wat je aanspreekt, de overige woorden laat je achter.

Ik ben zelf in de gelukkige omstandigheid om geen borstkanker te hebben (gehad) en ook geen vriendinnen of familieleden dichtbij te hebben die er mee te maken hebben. Wat best bijzonder is als je weet dat 1 op de 7 vrouwen in Nederland met borstkanker te maken krijgt. Belangrijk dus dat boeken als Gehavend bestaan: om vrouwen ook via papier te ondersteunen in het proces dat zij door gaan. Absoluut geschikt leesmateriaal voor hen en hun partners. 
Ook prima te lezen als je geen borstkanker hebt (gehad): je trekt de situaties en methode van Metz makkelijk door naar andere situaties, levens bedreigende ziektes of ernstige aandoeningen. Het boek reikt je op een uiterst vriendelijke manier manieren aan om weer op een liefdevolle manier met jezelf, je lijf en de situatie waar je in zit of zat, om te kunnen gaan. Uiteindelijk bleek de manier van verzenden (zacht vloeipapier dat aandacht en zorgvuldigheid uitstraalde) een metafoor voor de manier waarop Metz in haar boek naar voren komt als therapeut: met milde aandacht en vriendelijkheid. 

Dank je wel Hentje Metz, dank je met je boek mij liet zien wat het betekent voor vrouwen om gehavend door borstkanker te zijn. En hoe ook hier kintsugi, de Japanse techniek waarbij scherven in servies met goud gevuld worden waardoor het servies nog mooier wordt dan dat het al is, op kan gaan. 

Where the children sleep

Dit keer een plaatjesboek. Geen fijn plaatjesboek met zachte kleuren en romantische beelden: wel een fotoboekje met korte beschrijvingen. Het boekje verscheen in 2016, samen met een foto expositie. Thema: kinderen die huis en haard moesten ontvluchten en sindsdien in het Midden Oosten en Europa slapen. Op de stoep, het harde asfalt, in een dunne tent die nauwelijks bescherming biedt, in het bos of in het ziekenhuis waar ze in coma verblijven na een raketaanval. ‘Where the children sleep’ is een boekje van Magnus Wennman, een Zweedse fotograaf. Winnaar van meerdere World Press Photo Awards.   

Het verschijnen van het boekje viel samen met de oprichting van Buro Zuiver, de organisatie waarmee ik bij draag aan een lichter leven voor kinderen. Het boekje ligt sindsdien in mijn boekenkast op het stapeltje ‘deze boeken nooit weg doen’. Het fungeert als mijn ‘why’, hiervoor doe ik het. Als continue herinnering aan dat we dit zo niet moeten willen met elkaar.
Het boekje kijk ik niet heel vaak in: de beelden zijn zo pakkend en rauw, het raakt me keer op keer knetterhard. Toch raad ik je het boekje minstens zo knetterhard aan, het is een van de weinige boeken die een 10 krijgt op de schaal van Helmar. Sober, helder en pijnlijk. Zeker nu, nu er op Lesbos duizenden kinderen weer op dezelfde manier slapen.

Een aantal beelden uit het boekje vind je hier. Volg Magnus op Instagram om ook een aantal foto’s van zijn recente bezoek aan Moria te zien.  

Ik ben ik ben ik ben

De kaft van het boek had ik te snel gelezen: ik dacht dat het boek over de bijna dood ervaringen van 17 verschillende mensen ging. Toen ik na verhaal 3 dacht ‘Goh, tof, het gaat steeds over een vrouw’ en bij verhaal 4 ‘Hé, in een eerder verhaal kwam die vriend toch ook voorbij?’, las ik de omslag nog eens. Maar nu met aandacht. Aha, het was het levensverhaal van één en dezelfde persoon, verteld aan de hand van 17 momenten in haar leven waarop het kwartje makkelijk de andere kant had kunnen opvallen. 

Wonderschoon geschreven door Maggie O’Farell, een Ierse die na vele romans deze memoires schrijft. Háár levensverhaal, dat bol staat van situaties waarbij ze, op verschillende leeftijden en verschillende locaties, constant op het randje van leven en dood balanceert. 

O’Farell schrijft levenslustig, ondanks dat het boek vol staat met de momenten waarop juist dood het thema lijkt. Uiterst kundig springt ze in hoofdstukken en in alinea’s door de tijd heen zonder je als lezer ook maar één moment kwijt te raken. 

Een recensent van The Iris Times gaf aan dat het een van weinige boeken was waarvan ze moest huilen. Ik was gewaarschuwd: tranen door verhalen in boeken rollen makkelijk bij mij. Maar ze kwamen niet. Pas bij het laatste hoofdstuk, de laatste 30 pagina’s van de 274, ontstond er een brok in mijn keel. De tranen rolde pas bij de laatste zin, de laatste 6 woorden. En die brok, die bleef nog een dag hangen.

Kortom, lezenswaardig. Bedrukkend en licht tegelijk. Ook verrassend als je de omslag wel eerst goed leest. 

augustus 2018

‘t Hooge Nest

Zo. Spuit 11 hier las in de zomer van 2020 ook eindelijk ’t Hooge Nest van Roxanne van Iperen. En ja. Ik wist best dat het boek al jarenlang de top van Nederlandse boeken aanvoert, maar op de een of andere manier was het er niet eerder van gekomen. 

En wauw, wat een boek. Van Iperen gaat in een huis (’t Hooge Nest) wonen en bij het opknappen er van blijkt dat het huis een onderduikadres gerund door twee Joodse zussen geweest te zijn. Van Iperen onderzoekt de geschiedenis van het huis maar meer nog die van de twee zussen en beschrijft deze in het boek. En zo ontstond een … ja, geef het eens een naam. Een historische roman over een waargebeurd verhaal? Niet eerder las ik een boek dat enerzijds de immense pijn van de oorlog beschreef en anderzijds zoveel historische feiten benoemd. Ik besefte niet eerder hoe het leven in Amsterdam er in de oorlog er bijvoorbeeld uit zag. Ook bijzonder vond ik de samensmelting van het levensverhaal van Anne en Margot Frank.

Kortom: Fijn boekwerk. Op sommige punten voor mij persoonlijk iets te feitelijk, maar een bladzij is zo omgeslagen. Ik las dit boek voor 4,99 als E-book – een prijs die in mijn ogen niet passend is dat wat je er voor krijgt: meer kennis over de Tweede Wereldoorlog in Nederland en levensverhalen die je achterlaten met een brok in de keel. Er is dus geen enkele reden waarom je dit boek niet zou lezen. Go for it. 

PS1. En nu gaan zussen Carice en Jelka van Houten het boek verfilmen. Nice.

PS2. Reuze interessant om na het lezen van het boek wat te googelen op ’t Hooge Nest. Zo kom je op mooie filmpjes waarin Van Iperen vertelt over het het huis en het boek, maar ook op bijvoorbeeld een filmpje waarin uitgelegd wordt hoe het kwam dat er in Nederland veel meer Joden zijn doorgestuurd naar de kampen dan bijvoorbeeld uit België.

Ontspullen

Jaren geleden las ik over een man die leefde met niet meer dan honderd spullen. Hierbij golden zijn vijf onderbroeken als vijf van de honderd, een laptop met oplader als twee van de honderd. Het triggerde mij: leven met máár honderd dingen? Hoe zou dat ooit kunnen? 

Ik ging speuren en kwam terecht in de wereld van het ontspullen, het minimaliseren. Sites als die van Jelle Derkcx en Dieuwke van der Meer kwamen naar voren. Echt zelf aan de bak ging ik pas toen ik Marie Kondo’s ‘Opgeruimd’ las: een boek waarin een Japanse over haar methode om troep uit je leven te weren schrijft. Na het lezen van dit boek werden onze boekenkast en kledingkast onder handen genomen. Heerlijk om al die boeken en kleren die je stiekem eigenlijk lelijk vond, niet meer paste, toch nooit (nog ‘n keer) ging lezen en vooral stoffig werden, de deur uit te doen. Het klinkt misschien alsof ik sindsdien volledig ‘ontspuld’ was. Niets was minder waar: die 7 lege boekenplanken stonden binnen een jaar weer vol. Wel was er bewustzijn in mij geraakt en haalde ik (zolang het niet om boeken ging) minder spullen ons huis binnen. Gooide of gaf ik eerder dingen weg.

Er was een jaar verstreken sinds mijn eerste en eigen ontspul-actie. Het was opnieuw voorjaar, het boek ‘Ontspullen’ van James Wallman kwam uit. Een fris wit boek staarde mij aan. De foto op de omslag (een plaatje van een witte stoel tegen een witte muur, met slechts twee lege planken ernaast) deed me denken aan het zoveelste boek van de zoveelste opruimgoeroe. Niets bleek minder waar: na het lezen kon ik me volledig vinden in de recensies van de Sunday Times en The Huffington Post (ook op de omslag, aan letters dan weer geen gebrek).

James begint zijn boek met de anekdote waarover je vaker leest op de sites van minimalisten: stop al je spullen (ja, echt álles) in dozen. Gun jezelf een bepaalde tijd (een maximum aantal dagen) om er alleen datgene uit te halen wat je écht nodig hebt – je tandenborstel, een handdoek, een vork en mes. Na jouw x aantal dagen kun je de rest van de spullen die nog ingepakt zit weggooien, die heb je blijkbaar niet nodig gehad.

Waarom je dat zou doen? Is het hebben van spullen, of veel spullen, een probleem? Wallman ziet de overdaad van spullen waar de meesten in de Westerse wereld inmiddels mee leven inderdaad als serieus gevaar voor de gezondheid. Hij geeft aan dat we gebukt gaan onder onze hoeveelheid spullen. Hij noemt het ‘stuffocation’: we raken verstikt onder onze spullen. Wallmann geeft aan dat tot nu toe, in het kapitalistische systeem waar wij in leven, geluk afhing van onze bezittingen. Die bezittingen gaven ons status, macht en een identiteit. Ik heb een Rolex dus ik ben. Je kunt ook eigenlijk niet ontkennen dat bepaalde spullen nuttig zijn voor zelfexpressie of om je status aan te duiden. Mensen in de huidige wereld denken echter nog veelal dat het hebben van spullen emotionele problemen kan oplossen. Terwijl al lang is gebleken dat shopping therapie slechts van tijdelijke aard is – het blijkt dat je van een nieuwe Maserati maximaal 72 dagen blij bent, je beter voelt. Het succes van het materialisme lijkt ons in te halen. Materiële dingen lijken een vervanging te zijn geworden van dieperliggende verlangens en vraagstukken. Want, zo stelt Wallman, het is eenvoudiger om te kiezen tussen een rood en een blauw truitje dan te achterhalen waarvoor je hier op aarde bent.

Naast de tijdelijke werking van nieuw bezit, scheppen spullen ook andere problemen. Als je spullen hebt (groot huis, meerdere auto’s, dure designerkleding) ben je succesvol, zonder spullen heb je gefaald. De paranoïde pikorde die hierdoor ontstaat, die statusgerelateerde spanning die spullen met zich meebrengen, is wat Wallman betreft de oorsprong van vele vormen van depressie.

In een tijd waarin spullen ons de baas worden, lijkt minimaliseren een oplossing. Minder spullen betekent minder rommel, minder stress en minder druk op het milieu. Een leven waarin status, geluk en zingeving niet langer zijn gebaseerd op materiële zaken maar op belevingen, is volgens Wallman onontkoombaar. Onze motivatie om te kopen verandert volgens Wallman, als je goed kijkt ziet je het al om je heen: meer mensen kopen minder en meer mensen richten zich op het hebben van ervaringen in plaats van bezittingen. Denk hierbij ook aan initiatieven als Uber, Airbnb en Peerby.

Het boek kent wetenschappelijke, filosofische, culturele en historische invalshoeken. Alles komt voorbij: de geschiedenis van materialisme en waarom het van toegevoegde waarde was, de rol van Social Media, de opkomst van China, experimentiele marketing zoals Punchsdrunk. De vele vele voorbeelden die aangehaald worden (de truc om al je spullen in dozen te doen, maar ook de ‘omgekeerde kleerhanger truc’ en de ‘maand van het minimalisme’) zijn intrigerend en maken het boek compleet: net zoals de verhalen over mensen en gezinnen die hun leven omgooien door goed betaalde banen, auto’s, huizen en privé scholen aan de kant te doen om in een zelfvoorzienende berghut te gaan wonen.

Wallman schrijft een manifest voor experientaliseren: beleven is het nieuwe hebben. Experientaliseren staat voor minder troep, minder spijt, minder spanning, meer betekenis, meer flow, meer intrinsiek genot.

En ik? Ik ben geïnspireerd en kan Wallman volledig volgen is zijn voorliefde voor belevenissen. Wat niet zal betekenen dat ik mijn huis en spullen weg zal doen om in een hutje op de hei met een grote moestuin en geitjes te gaan wonen. Wat wel zal betekenen dat ik mijn ingezette ontspul-activiteiten ga doorzetten. Ook keuzes die pas geleden hier in huis genomen werden (gaan we nu eindelijk die mooie reis met de kinderen maken of kiezen we voor een uitbouw aan ons huis) zullen waarschijnlijk vaker voorkomen. Omdat ik merk dat daadwerkelijk beleven en ervaren meer bijdraagt aan mijn leven dan dat spullen doen. (Overigens betekent ontspullen voor Wallman niet dat je geen spullen mag hebben: het gaat om bewust kiezen, waarbij kwaliteit boven kwantiteit komt te staan.)

De titel van het boek doet vermoeden dat er weer een opruimgoeroe wat letters kwijt wilde op papier. Niets is minder waar. Het is overduidelijk dat Wallman een journalist en trendwatcher is: ‘Ontspullen’ is een naslagwerk, met dertig pagina’s serieuze noten, verwijzingen en bronvermeldingen en een heus register met zoekwoorden. De meest uiteenlopende onderzoeken worden aangehaald (zo zouden vrouwen meer cortisol aan maken als ze praten over rommel dan mannen) en wetten worden benoemd (de Wet van het afnemende grensnut – het eerste kopje koffie is altijd het allerlekkerst maar ook: Barbara Streisand en de wet van de onbedoelde gevolgen.).

Het boek staat boordevol testjes en vragenlijsten. Sommige testen liggen nogal voor hand. Andere vragen blijven langer hangen: ‘(a) Heb je alleen maar dingen die je regelmatig gebruikt of (b) bewaar je spullen omdat ze een symbool zijn voor de persoon die je zou willen zijn?’ Dat soort spullen heb ik wel in huis: er staat al minstens zes jaar een pasta machine in de kast die ik nog maar één keer heb gebruikt – omdat ik vaak voor ogen heb hoe fijn het zo zijn als ik veel en uitgebreid tijd aan gezond en voedzaam eten kon besteden. Ook heb ik een mooie rode jurk in de kast hangen. Een jaar of 5 hangt die daar nu, eigenlijk zit hij nu niet meer zo mooi als toen. Maar weg doen lukt me niet goed – er komt vast een moment waarop ik die femme fatale weer kan uithangen. En zo zijn er meer dingen. Spullen die héél misschien niet zo nodig meer zijn en meer zeggen over wie ik wil zijn dan over wie ik ben. Wallman weet ook met dit soort simpele vragen een bepaalde psychologische diepgang aan te brengen.

Ben je op zoek naar een boek dat je snelle tips & trucs geeft om er eens écht lekker de bezem door te halen? Lees dit boek dan niet.
Lees het wel als je wilt weten hoe materialisme zich verhoudt tot de evolutionaire ontwikkeling van de wereld. Als je aanvoelt dat de wereld aan het begin van volgende evolutionaire golf staat die meer gericht is op doen dan op hebben. Als je een compleet en volledig naslagwerk over ontspullen, minimaliseren en experientaliseren wilt lezen. Af en toe zul je als nuchtere Nederlander wat aan de Amerikaans gestelde zinnen en wetmatigheden moeten wennen, soms komt daar wat ego of hoogdraverij aan te pas. Niets waar je niet om heen kunt lezen of wat aan de inhoudelijke sterke waarde van het boek afdoet.

Wat mij betreft een mooi boek over de nieuwe fase waarin we als wereld in lijken te belanden. De wereld waarin het draait om beleven en niet meer om bezitten. Ik heb het met plezier gelezen. Op de schaal van Helmar (die van 1 tot 10 loopt), scoort ‘Ontspullen’ van James Wallman een ruime 8!

augustus 2016

Ook Ontspullen lezen? Hier kun je hem via Managementboek aanschaffen.

Booklounge
by Helmar Niemeijer

Social media & sharing icons powered by UltimatelySocial