Jaren geleden las ik over een man die leefde met niet meer dan honderd spullen. Hierbij golden zijn vijf onderbroeken als vijf van de honderd, een laptop met oplader als twee van de honderd. Het triggerde mij: leven met máár honderd dingen? Hoe zou dat ooit kunnen?
Ik ging speuren en kwam terecht in de wereld van het ontspullen, het minimaliseren. Sites als die van Jelle Derkcx en Dieuwke van der Meer kwamen naar voren. Echt zelf aan de bak ging ik pas toen ik Marie Kondo’s ‘Opgeruimd’ las: een boek waarin een Japanse over haar methode om troep uit je leven te weren schrijft. Na het lezen van dit boek werden onze boekenkast en kledingkast onder handen genomen. Heerlijk om al die boeken en kleren die je stiekem eigenlijk lelijk vond, niet meer paste, toch nooit (nog ‘n keer) ging lezen en vooral stoffig werden, de deur uit te doen. Het klinkt misschien alsof ik sindsdien volledig ‘ontspuld’ was. Niets was minder waar: die 7 lege boekenplanken stonden binnen een jaar weer vol. Wel was er bewustzijn in mij geraakt en haalde ik (zolang het niet om boeken ging) minder spullen ons huis binnen. Gooide of gaf ik eerder dingen weg.
Er was een jaar verstreken sinds mijn eerste en eigen ontspul-actie. Het was opnieuw voorjaar, het boek ‘Ontspullen’ van James Wallman kwam uit. Een fris wit boek staarde mij aan. De foto op de omslag (een plaatje van een witte stoel tegen een witte muur, met slechts twee lege planken ernaast) deed me denken aan het zoveelste boek van de zoveelste opruimgoeroe. Niets bleek minder waar: na het lezen kon ik me volledig vinden in de recensies van de Sunday Times en The Huffington Post (ook op de omslag, aan letters dan weer geen gebrek).
James begint zijn boek met de anekdote waarover je vaker leest op de sites van minimalisten: stop al je spullen (ja, echt álles) in dozen. Gun jezelf een bepaalde tijd (een maximum aantal dagen) om er alleen datgene uit te halen wat je écht nodig hebt – je tandenborstel, een handdoek, een vork en mes. Na jouw x aantal dagen kun je de rest van de spullen die nog ingepakt zit weggooien, die heb je blijkbaar niet nodig gehad.
Waarom je dat zou doen? Is het hebben van spullen, of veel spullen, een probleem? Wallman ziet de overdaad van spullen waar de meesten in de Westerse wereld inmiddels mee leven inderdaad als serieus gevaar voor de gezondheid. Hij geeft aan dat we gebukt gaan onder onze hoeveelheid spullen. Hij noemt het ‘stuffocation’: we raken verstikt onder onze spullen. Wallmann geeft aan dat tot nu toe, in het kapitalistische systeem waar wij in leven, geluk afhing van onze bezittingen. Die bezittingen gaven ons status, macht en een identiteit. Ik heb een Rolex dus ik ben. Je kunt ook eigenlijk niet ontkennen dat bepaalde spullen nuttig zijn voor zelfexpressie of om je status aan te duiden. Mensen in de huidige wereld denken echter nog veelal dat het hebben van spullen emotionele problemen kan oplossen. Terwijl al lang is gebleken dat shopping therapie slechts van tijdelijke aard is – het blijkt dat je van een nieuwe Maserati maximaal 72 dagen blij bent, je beter voelt. Het succes van het materialisme lijkt ons in te halen. Materiële dingen lijken een vervanging te zijn geworden van dieperliggende verlangens en vraagstukken. Want, zo stelt Wallman, het is eenvoudiger om te kiezen tussen een rood en een blauw truitje dan te achterhalen waarvoor je hier op aarde bent.
Naast de tijdelijke werking van nieuw bezit, scheppen spullen ook andere problemen. Als je spullen hebt (groot huis, meerdere auto’s, dure designerkleding) ben je succesvol, zonder spullen heb je gefaald. De paranoïde pikorde die hierdoor ontstaat, die statusgerelateerde spanning die spullen met zich meebrengen, is wat Wallman betreft de oorsprong van vele vormen van depressie.
In een tijd waarin spullen ons de baas worden, lijkt minimaliseren een oplossing. Minder spullen betekent minder rommel, minder stress en minder druk op het milieu. Een leven waarin status, geluk en zingeving niet langer zijn gebaseerd op materiële zaken maar op belevingen, is volgens Wallman onontkoombaar. Onze motivatie om te kopen verandert volgens Wallman, als je goed kijkt ziet je het al om je heen: meer mensen kopen minder en meer mensen richten zich op het hebben van ervaringen in plaats van bezittingen. Denk hierbij ook aan initiatieven als Uber, Airbnb en Peerby.
Het boek kent wetenschappelijke, filosofische, culturele en historische invalshoeken. Alles komt voorbij: de geschiedenis van materialisme en waarom het van toegevoegde waarde was, de rol van Social Media, de opkomst van China, experimentiele marketing zoals Punchsdrunk. De vele vele voorbeelden die aangehaald worden (de truc om al je spullen in dozen te doen, maar ook de ‘omgekeerde kleerhanger truc’ en de ‘maand van het minimalisme’) zijn intrigerend en maken het boek compleet: net zoals de verhalen over mensen en gezinnen die hun leven omgooien door goed betaalde banen, auto’s, huizen en privé scholen aan de kant te doen om in een zelfvoorzienende berghut te gaan wonen.
Wallman schrijft een manifest voor experientaliseren: beleven is het nieuwe hebben. Experientaliseren staat voor minder troep, minder spijt, minder spanning, meer betekenis, meer flow, meer intrinsiek genot.
En ik? Ik ben geïnspireerd en kan Wallman volledig volgen is zijn voorliefde voor belevenissen. Wat niet zal betekenen dat ik mijn huis en spullen weg zal doen om in een hutje op de hei met een grote moestuin en geitjes te gaan wonen. Wat wel zal betekenen dat ik mijn ingezette ontspul-activiteiten ga doorzetten. Ook keuzes die pas geleden hier in huis genomen werden (gaan we nu eindelijk die mooie reis met de kinderen maken of kiezen we voor een uitbouw aan ons huis) zullen waarschijnlijk vaker voorkomen. Omdat ik merk dat daadwerkelijk beleven en ervaren meer bijdraagt aan mijn leven dan dat spullen doen. (Overigens betekent ontspullen voor Wallman niet dat je geen spullen mag hebben: het gaat om bewust kiezen, waarbij kwaliteit boven kwantiteit komt te staan.)
De titel van het boek doet vermoeden dat er weer een opruimgoeroe wat letters kwijt wilde op papier. Niets is minder waar. Het is overduidelijk dat Wallman een journalist en trendwatcher is: ‘Ontspullen’ is een naslagwerk, met dertig pagina’s serieuze noten, verwijzingen en bronvermeldingen en een heus register met zoekwoorden. De meest uiteenlopende onderzoeken worden aangehaald (zo zouden vrouwen meer cortisol aan maken als ze praten over rommel dan mannen) en wetten worden benoemd (de Wet van het afnemende grensnut – het eerste kopje koffie is altijd het allerlekkerst maar ook: Barbara Streisand en de wet van de onbedoelde gevolgen.).
Het boek staat boordevol testjes en vragenlijsten. Sommige testen liggen nogal voor hand. Andere vragen blijven langer hangen: ‘(a) Heb je alleen maar dingen die je regelmatig gebruikt of (b) bewaar je spullen omdat ze een symbool zijn voor de persoon die je zou willen zijn?’ Dat soort spullen heb ik wel in huis: er staat al minstens zes jaar een pasta machine in de kast die ik nog maar één keer heb gebruikt – omdat ik vaak voor ogen heb hoe fijn het zo zijn als ik veel en uitgebreid tijd aan gezond en voedzaam eten kon besteden. Ook heb ik een mooie rode jurk in de kast hangen. Een jaar of 5 hangt die daar nu, eigenlijk zit hij nu niet meer zo mooi als toen. Maar weg doen lukt me niet goed – er komt vast een moment waarop ik die femme fatale weer kan uithangen. En zo zijn er meer dingen. Spullen die héél misschien niet zo nodig meer zijn en meer zeggen over wie ik wil zijn dan over wie ik ben. Wallman weet ook met dit soort simpele vragen een bepaalde psychologische diepgang aan te brengen.
Ben je op zoek naar een boek dat je snelle tips & trucs geeft om er eens écht lekker de bezem door te halen? Lees dit boek dan niet.
Lees het wel als je wilt weten hoe materialisme zich verhoudt tot de evolutionaire ontwikkeling van de wereld. Als je aanvoelt dat de wereld aan het begin van volgende evolutionaire golf staat die meer gericht is op doen dan op hebben. Als je een compleet en volledig naslagwerk over ontspullen, minimaliseren en experientaliseren wilt lezen. Af en toe zul je als nuchtere Nederlander wat aan de Amerikaans gestelde zinnen en wetmatigheden moeten wennen, soms komt daar wat ego of hoogdraverij aan te pas. Niets waar je niet om heen kunt lezen of wat aan de inhoudelijke sterke waarde van het boek afdoet.
Wat mij betreft een mooi boek over de nieuwe fase waarin we als wereld in lijken te belanden. De wereld waarin het draait om beleven en niet meer om bezitten. Ik heb het met plezier gelezen. Op de schaal van Helmar (die van 1 tot 10 loopt), scoort ‘Ontspullen’ van James Wallman een ruime 8!
augustus 2016
Ook Ontspullen lezen? Hier kun je hem via Managementboek aanschaffen.