Het is 1945 als Catherine Danielle Clark, roepnaam Kya, als jongste van het gezin wordt geboren. Als Kya zes jaar is, verlaten een voor haar een haar moeder, broer, zussen en uiteindelijk ook haar vader haar, het meisje alleen achterlatend in het moerasland van Zuidelijk Noord Amerika – daar waar geslacht en huidskleur uitmaken of je mag zijn wie je bent.
In hartverscheurende beschrijvingen neemt Owens je mee in hoe Kya, a.k.a. het moerasmeisje, zichzelf weet te onderhouden en opgroeit. Tijdens dat opgroeien ontmoet Kya een tweetal jongens uit het dorp met wie ze (op verschillende tijdstippen, wat dat betreft is het een keurig beschaafd boek) een relatie heeft. Als op een bepaald moment een van de jongens dood in het moeras gevonden wordt, valt de verdenking al snel op Kya.
Al met al een fijne whodunnit, waarbij het al snel niet meer interessant is wie het nou wel of niet heeft gedaan. De spanning blijft hoe dan ook, en Owens verhaal geeft een interessante weergave van de tijdsgeest en het natuurschoon in haast poëtische bewoordingen. De moeite waard voor iedereen die van lekker lezen met mooie woorden en een beetje spanning houdt. Een dikke 9 op de schaal van Helmar.